Urenco is weer lid geworden van de VNSG. Een goede reden voor een gesprek.
André Rozema is sinds 2001 werkzaam bij Urenco, de afgelopen 7 jaar als Global IT Test Manager. Hij vertelt over de bijzonderheden van Urenco en waarom ze weer lid zijn geworden van de VNSG.
Het bedrijf
Op 4 maart 1970 werd in Almelo het Verdrag van Almelo getekend: Nederland (ondertekend door minister Luns), het Verenigd Koninkrijk en West-Duitsland sloten hiermee een overeenkomst om samen een onderneming op te zetten die uranium ging verrijken voor het opwekken van CO2-vrije kernenergie. Het was de feitelijke start van Urenco, URanium ENrichment COmpany. Later sloten de Verenigde Staten zich hierbij aan.
Urenco verrijkt uranium met hoogwaardige ultracentrifuge technologie en is een grote speler op de wereldmarkt, met verrijkingsfabrieken in Nederland, Duitsland, Amerika en Engeland. Verrijkt uranium is de brandstof voor kerncentrales. De vraag naar uranium leek een aantal jaren te dalen (Duitsland wil alle kerncentrales sluiten), maar neemt nu duidelijk weer toe. Ook in Nederland zijn er plannen om kerncentrales te bouwen. Naast de bouw van traditionele kerncentrales worden er ook geavanceerde kleine modulaire reactoren ontwikkeld. Deze zijn “inherent veilig” en worden op een centrale locatie seriematig geproduceerd. Daarna gaan ze met een vrachtwagen naar bijvoorbeeld afgelegen gebieden om inwoners voor jaren van stroom te voorzien.
Urenco verrijkt uranium voor ruim 100 kernreactoren over de hele wereld en verrijkt daarnaast ook diverse stabiele isotopen voor medische- en onderzoekstoepassingen. Deze isotopen worden onder andere in Petten radioactief gemaakt waarmee als nucleair medicijn wereldwijd jaarlijks een miljoen patiëntbehandelingen uitgevoerd worden.
Urenco is ruim 50 jaar oud. Centrifuges draaien onafgebroken, zonder enige vorm van onderhoud in de verrijkingsfabriek in Almelo. Ze gaan soms tientallen jaren mee ondanks de hoge snelheid waarmee ze draaien, omdat ze dat in een vacuüm doen. Als centrifuges eenmaal uit bedrijf worden genomen, dan zorgt Urenco zelf voor het ontmantelen van productie units. Uranium is licht radioactief, dus worden bijvoorbeeld de aluminium onderdelen eerst in huis gereinigd voordat het metaal wordt afgevoerd voor recycling.
In totaal werken er 1600 medewerkers, waarvan 300 in Nederland. Niet veel voor een totale omzet van 1,6 miljard.
André werkt voor het hoofdkantoor in Stoke Poges, in de buurt van London, maar woont nu in Nederland. Met het thuiswerken is dat geen probleem. Hij blijft na corona hybride werken. Gelukkig was ruim voor covid een flink beveiligde VPN omgeving met voldoende capaciteit geïnstalleerd.
SAP
Urenco gebruikt op dit moment diverse SAP-systemen: ECC6.0 als centraal ERP-systeem, Solution Manager, Manufacturing Integration and Intelligence (MII), S/4 bij de business unit Stabiele Isotopen, Spend Analytics Cloud en SuccesFactors. MII wordt gebruikt als interface tussen voorraadregistratie in een zelf ontwikkeld systeem en ECC, waar deze massa balans wordt vertaald naar een financiële balans. Specifiek voor Urenco is onder andere de door Euratom/IAEA vereist op de gram nauwkeurige uraan-boekhouding die jaarlijks wordt gecontroleerd. Deze registratie maakt een bijzondere customizing noodzakelijk, zodat de internationale inspecteurs precies kunnen zien hoeveel uranium er is verrijkt en met welke percentages.
André vertelt dat het strategisch plan is middels een Blue Field modulair te migreren naar S/4. S/4 zal gebruikmaken van een virtual private cloud, onder andere vanwege de beveiliging. Het Verdrag van Almelo schrijft voor dat alleen gescreende medewerkers toegang mogen hebben tot de bijzondere centrifugetechnologie. Spend Analytics kan in de gewone cloud, omdat hier geen gevoelige informatie is opgeslagen. Ter voorbereiding werkt de IT-afdeling aan een opschoning van het vele maatwerk dat niet (meer) wordt gebruikt. In de loop van de jaren is toch weer een grote diversificatie van de processen ontstaan. De cultuurverschillen tussen Duitsland/Nederland en Engeland/Amerika en daaruit voortvloeiende verschillen in methodieken zijn hier mede een oorzaak van. Het verenigen van al deze processen in één systeem maakt (regressie)testen nog belangrijker. “Het streven is het percentage kosten voor het testen bij elk project kleiner te krijgen dan de normale 20%”, zegt André. Met Component-Based Test Automation (CBTA) wordt een begin gemaakt met geautomatiseerd testen. Bij de migratie naar S/4 zal ook SAP Plant Maintenance planning gebruikt gaan worden. Dit wordt nu met behulp van Prometheus gedaan. De aard van de productie systemen, hoog vacuüm, bij Urenco maakt een zorgvuldige planning van het onderhoud met predictive maintenance planning noodzakelijk.
VNSG
Urenco was eerder lid van de VNSG en is ook lid van de UK & Ireland SAP User Group (UKISUG). Zoals André dat zegt: “Om beter te zien wat er al bestaat. We zijn een laag volume niche-bedrijf, maar verder een normaal bedrijf.”
Vanuit Urenco is er belangstelling voor diverse specifieke gebieden via de focusgroepen: best practices en kennis hergebruiken. André noemt de focusgroepen Financieel en Enterprise Asset Management (voor Plant Maintenance).
Geïnterviewde: André Rozema, Global IT Test Manager Urenco
Interview: Frans van Hoesel